Waterverf, een van de meest populaire schildertechnieken
Al eeuwenlang zijn waterverftechnieken, zoals aquarel en gouache, door kunstenaars over de gehele wereld toegepast. Het biedt hen de mogelijkheid om hun emoties uit te drukken. Het is een type verf dat is samengesteld uit wateroplosbare pigmenten. Zij zijn heel gevarieerd in toonwaarde, van lichte kleuren tot donkere, al naar gelang de hoeveelheid gebruikt water. Men kent het in Europa als schildermedium al sinds de pre-historie, maar pas sinds de Renaissance is men het in de schilderkunst gaan toepassen.
Men neemt aan dat de meest traditionele thema’s uitgevoerd in de waterverftechniek, aquarel of gouache, botanische voorstellingen en beelden van het dierenleven zijn. De techniek heeft zich in de loop van de 18de eeuw door een aantal factoren verder verspreid. Binnen de kringen van de elite en aristocratie beschouwde men het schilderen met waterverf als een uiting die paste bij een goede opleiding.
Daarnaast werd het steeds meer toegepast door makers van kaarten en plattegronden die door publieke en militaire organisaties werden gebruikt. Ook de ontwikkeling van zwaardere papiersoorten en betere penselen droegen bij aan de groeiende populariteit van de waterverftechnieken
Er zijn vier basisingrediënten waaruit waterverf is samengesteld. Daarvan is het pigment het belangrijkste. Het geeft de verf zijn specifieke kleur. Natuurlijke mineralen zijn de oudst bekende pigmenten. Arabisch gom is nodig om het pigment in suspensie te houden en om het aan het beschilderde oppervlak te hechten.Om te viscositeit, dekkracht, houdbaarheid of de kleur te veranderen worden bepaalde toevoegingen gebruikt. Tenslotte is er een oplosmiddel, water, nodig om de verf voor gebruik te verdunnen
In het verleden was het werken met waterverf arbeidsintensief omdat de verf in kleine blokjes beschikbaar was die in water moesten worden bevochtigd en afgeschraapt. De moderne, op de markt beschikbare waterverven zijn in twee vormen beschikbaar. De metalen of kunststof tubes met vloeibare verf en de droge napjes.
Beide soorten zijn in twee professionele kwaliteiten te verkrijgen. De B-kwaliteit, die wat meer vulmiddel bevat en de A-kwaliteit die minder vulmiddel bevat. Door minder vulmiddel, zoals krijt, te gebruiken wordt de verf rijker van kleur en maakt het levendiger kleurmengingen mogelijk.
Daarnaast zijn er soorten te krijgen die minder pigment bevatten. Dit zijn de soorten die als studiekwaliteit worden aangeduid. Het schilderen met aquarelverf kan op verscheidene manieren gebeuren. Nat en glaceren is een basistechniek. Om individuele penseelstreken te verbergen of te verdoezelen, wordt een verdunde verf gebruikt om een vlak met een egale kleur te verkrijgen. Dit noemt men ‘ wassing’ . Als men een kleurlaag over een eerdere laag aanbrengt, noemt men dat ‘glaceren’.
Een andere techniek is nat-in-nat. Dit wordt de meest opvallende eigenschap van het aquarelleren genoemd. Bij deze techniek breng je verf of water aan op een plaats waar eerder water of verf zijn aangebracht, die nog nat zijn. De kleuren gaan daardoor vervloeien.
Als je meer controle wilt over wat de uiteindelijke effecten zullen zijn, dan is de droge penseeltechniek aan te raden. Je bouwt de kleur dan op of mengt deze met korte, preciese penseelstreken die in elkaar moeten overvloeien om het effect van pointilisme of streperigheid te voorkomen
Welke techniek je ook prefereert, aquarel blijft een van de mooiste technieken om schilderijen een levendige uitstraling te geven.