Speksteen

Speksteen voelt door het hoge talkgehalte wat zeepachtig aan. Waarschijnlijk heeft speksteen daar de alternatieve naam zeepsteen aan te danken. Speksteen is vaak afkomstig uit landen als China, Thailand, Australië, Brazilië en India. De speksteen die uit deze landen komt is de zachtste en is daarmee relatief gemakkelijk te bewerken. De vorm die in noordelijker landen gevonden wordt heeft een harder karakter. Deze harde speksteen wordt dan ook niet zozeer gebruikt voor decoratief werk maar meer voor gebruiksdoeleinden zoals voor vloeren en in kachels. Behalve in het bekende wit, grijs en zwart is speksteen in verschillende kleuren verkrijgbaar. Er zijn de meest uiteenlopende kleuren van terug te vinden. Deze kleuren zijn terug te voeren op allerlei mineralen en metaaloxyden die in het materiaal zijn opgesloten. Deze mineralen kunnen de vorm van kristallen krijgen die voor problemen bij het bewerken kunnen zorgen zoals het schilferen van het materiaal of plotselinge breuk op één of ander breukvlak. Speksteen is te bewerken met een rasp. Het is ook te snijden of te zagen. Hakken is vaak minder wenselijk omdat het materiaal te zacht is en dan verpulvert. Nabewerken met schuren en polijsten levert vaak fraaie kleuren in de steen op. Als we de steen in de was zetten krijgen deze kleuren nog een extra accent. Het zachte speksteen neemt zoveel water op dat kapotvriezen in de winter niet denkbeeldig is. Het materiaal is dan ook niet geschikt om permanent buiten te staan. Door het gemak van verwerken kan een beginner met speksteen al snel verbazende resultaten behalen. Het is dan ook zeer populair onder beeldhouwers.