Klanten, bezoekers en kopers
Belangrijk is natuurlijk is bij het verkopen van kunst de klant. Reden dus om maar eens naar die klanten te gaan kijken. We kunnen de klanten groep bijvoorbeeld als volgt indelen:
1. Liefhebbers die gewoon dingen aan de wand willen die ze zelf mooi vinden zonder al te veel samenhang.
2. Beleggers, op zoek naar materiaal waar een winstgroei mogelijk kan zijn.
3. Kunstkenners die bezig zijn met het opbouwen van een verzameling.
4. Handelaren, op zoek naar een koopje dat met winst weer te verkopen is.
5. Impulskopers die met voldoende geld toevallig ergens tegenaan lopen.
6. Bedrijven die iets goeds aan de wand willen hebben.
7. Snobs die met kennis willen pronken.
Die groepen gaan we nu maar eens bekijken.
1. Liefhebbers.
Liefhebbers vinden het fijn om zich te omringen met kunstwerken waar ze iets bij voelen. Vaak zit er niet echt veel lijn in. Het plezier aan de werken staat voorop. Omdat er vooral om het plezier wordt gekocht is de prijs wel een bepalende factor. En die is natuurlijk niet voor iedereen even relevant. Maar zeer dure kunst is aan deze groep vaak lastig te verkopen. Maar redelijk geprijsd, min of toegankelijk materiaal is vaak relatief gemakkelijk te verkopen.
2. Beleggers.
Beleggers kijken meestal vooral naar de "naam" van de maker van het kunstwerk omdat de kunstenaar meestal de meest bepalende factor voor de toekomstige waardestijging is. Beleggers vinden we dan ook vooral in de galeries die gespecialiseerd zijn in werk gericht op deze groep. Denk aan duurder materiaal. De toegankelijkheid speelt meestal een secundaire rol.
3. Kunstkenners.
Kunstkenners zijn meestal verzamelaars die geen loshangend materiaal kopen maar materiaal dat in een bepaald stroming, periode of "school" valt. Hiertoe hebben ze vaak een eigen netwerk, niet alleen onder kunstenaars die ze vaak persoonlijk kennen maar ook bepaalde galeries. Het is geen groep die we als koper op de kunstmarkt aan zullen treffen.
4. Handelaren.
Een wat lastige groep is de handelaar op zoek naar koopjes. Deze zal het achterste van zijn tong niet laten zien. Hij is niet echt geïnteresseerd in het onderwerp van het schilderij. De naam speelt een rol als hij het goedkoop kan krijgen. Kortom, een wat ongrijpbaar persoon waar moeilijk op geanticipeerd kan worden qua verkoop.
5. Impulskopers.
Impulskopers zien bij een winkel, in de etalage van een galerie, op een kunstmarkt en dergelijke iets wat ze mooi vinden. Iets wat ze domweg aanspreekt en dat ze dan ook rustig meenemen als het binnen het budget past. Een duur werk is niet geschikt voor impulsaankopen omdat men er veel te lang over na moet denken. Niemand koopt iets duurs zonder overleg met een partner etc. Impulskopers lokken we dus met niet te dure, opvallende maar toch toegankelijke werken. De impulskoper is de ideale klant voor de kunstmarkt en ook de etalage van de galerie zal op hem gericht ingericht moeten zijn.
6. Bedrijven
Bedrijven zoeken vaak naar grotere, min of meer imposante werken om indruk te maken op klanten, bezoekers en personeelsleden. Er wordt meestal niet zozeer voor beleggingsdoeleinden gekocht, tenzij het gaat om wat bijzonders voor de directiekamer. Belangrijk is dat het indrukwekkend is. Grote, vooral abstracte werken zijn dan ook aan bedrijven relatief gemakkelijk te slijten omdat je er als bedrijf ook nooit een buil aan zult vallen. Het is ook werk dat men bij je in het bedrijf verwacht.
7. Snobs
Snobs zijn de vaak wat omhoog gevallen personen die graag met hun kennis en bezit pronken. Dit is de ideale doelgroep voor de verkoop van abstracte kunst en dan bij voorkeur grote werken. Hoe gekker hoe beter kun je zelfs stellen. Met een heel fors prijskaartje eraan, dat spreekt. De snob zal dit kopen om zijn omgeving te laten zien wat een gedrufde en vooral verfijnde smaak hij heeft. Dit soort kunst is het beste af te zetten via een wat duurder ogende galerie op een passende locatie in een dure omgeving.